DNA
Opgave 1
Een gedeelte van een coderende streng van het DNA ziet er als volgt uit:
ATGTCCCATAAATAG
Dit gedeelte codeert de vorming van een eiwit.
a) Geef de aminozuurvolgorde van dit eiwit in drielettersymbolen.
Er vindt een puntmutatie plaats in het DNA. Hierdoor is het derde aminozuur in het eiwit verandert in proline.
b) Geef de symbolen van het basenpaar van de puntmutatie in het gemuteerde DNA:
– base op coderende streng:
– base op matrijsstreng:
c) Geef ook de symbolen van het basepaar van de puntmutatie in het DNA dat nog niet gemuteerd is:
– base op coderende streng:
– base op matrijsstreng:
Hint
Gebruik BINAS 71G
Antwoord a
Bij deze coderende streng hoort de volgende stukje mRNA:
AUG UCC CAU AAA UAG
De bijbehorende aminozuren vind je in BINAS 71G.
AUG: aminozuur Met (en tevens een startcodon)
UCC: aminozuur Ser
CAU: aminozuur His
AAA: aminozuur Lys
UAG: stopcodon
De aminozuurvolgorde is dus:
Met-Ser-His-Lys
Antwoord b
Het derde aminozuur, histidine, is veranderd in proline. Histidine had in het mRNA het codon CAU (zie opgave a). De tweede base in proline is altijd een C. Daarom is de tweede base de gemuteerde base.
base op coderende streng: C
base op matrijsstreng: G
Antwoord c
De tweede base is de gemuteerde base (zie b). In het oorspronkelijke mRNA zit een A op deze plaats, dus ook in de coderende streng van het DNA. In het DNA is de complementaire base T.
base op coderende streng: A
base op matrijsstreng: T
Een aantal examenopgaven over DNA
Examens zijn te vinden op examenblad.nl.
VWO-2017-I-PAL – opdracht 4 en 5 (opdracht 1, 2 en 3 zou je ook moeten kunnen maken)
VWO-2021-I-IJzerstapeling – opdracht 12
VWO-2021-II-Retinal in het oog – opdracht 13 (je hoeft voor deze opdracht alleen het stuk tekst tussen opdracht 12 en 13 te lezen)